In Madiun gaan we met zijn vijftienen op stap. Mijn vader loopt al vertellend in het rond. We krijgen nu beelden bij de verhalen die hij altijd vertelt. Ook komen er nieuwe verhalen naar boven. Mijn drie broers filmen alles, mijn schoonzus I. maakt foto's en ik probeer dat ook. Geregeld moeten we de grote weg over, die vroeger Residentielaan heette, maar het gaat steeds beter met het drukke verkeer. Pa kijkt naar drie bomen langs de kant van de weg en zegt dat deze bomen hem als klein jongetje gezien hebben. We stoppen bij het huis waar pa geboren is, waar zijn vader zijn praktijk had en waar zijn moeder later een hotel is begonnen. Het gebouw is van de militairen. In 1997 mochten ze er geen kijkje nemen, en nu ook niet. Ik heb wel wat aarde kunnen verzamelen. Er zijn in dat huis oorlogsmisdaden geweest, en eigenlijk vond pa het niet heel erg dat we er niet binnen mochten. Het huis is ook helemaal veranderd van buiten. Het was het huis met een grote woon, eet, slaapkamerruimte. We mochten aan de overkant bij het residentiehuis wel een kijkje nemen. Er stond een heel oude waringin in de tuin. Als die kon vertellen...
We zijn op het postkantoor geweest, Kantor Pos. We zijn langs de school gelopen die oma Nonnon nog had opgericht. We zijn langs de huizen gelopen waar tante Wanda gewoond heeft. Op het station hebben we een praatje gemaakt met de chef. De opa van mijn vader is ook chef van dit station geweest. En daarvan had ik ook een fotootje in mijn boekje. Zeer geïnteresseerd keken de chef en zijn medewerker in dit boekje. Op de terugweg naar het hotel zijn we nog langs het sterfhuis van mijn opa, dokter Coors (1943 gestorven) geweest. Er bleek familie van Maryam, de verpleegster van zijn opa te wonen. Het grote huis was helemaal vervallen (zie foto) maar pa kon aanwijzen waar zijn vader gestorven en opgebaard lag. Hij was toen 14 jaar. In deze kamer huist nog de geest van een onthoofde blanke vrouw. En als het ergens spookt, dan gaan de Javanen er niet wonen. De mensen hadden afvalverwerking als beroep. De eerste twee ruimtes en de gang lag vol met hoopjes gescheiden afval. Het stonk er ook. Er zijn twee kleinzonen (tussen 40-50). De jongste doet het woord. Als ik in mijn fotoboekje de foto van Maryam laat zien met pa als baby, halen ze een bestofte foto van Maryam tevoorschijn. Het raakt ons allemaal, dit bezoek aan dit huis. 's Avonds komt de tweede zoon nog langs om met pa te spreken over hulp en een huis in Nrgowo, waar zijn moeder woont. Pa begrijpt niet precies waar het over gaat. Zouden ze bang zijn dat wij het huis weer opeisen?
Morgen gaan we de bergen in als we een taxi kunnen regelen.