Docent was Tineke Lemmens, die een paar kinderboeken heeft geschreven en geïllustreerd, zie haar website.
Er deden vijf vrouwen mee. Een van de oefeningen ging als volgt:
- kies drie papiertjes uit, en knip of scheur daar vormen uit. Hierboven zie je de uiteindelijke figuur die is ontstaan. Ik heb het klokje, de landkaart en de grote tekst als vormen uitgescheurd.
- Leg de vormen als een figuur.
- Ga rond. Zoek bij de figuur van je buurvrouw een bijpassend papiertje uit, maak daar een vorm van en leg dat bij de figuur. Ga zo rond totdat je weer bij je eigen figuur komt.
- Breng eventueel wijzigingen aan, voordat je de figuur vastplakt. Zelf heb ik de grote streep met vierkantjes verplaatst.
- Ga rond. Schrijf bij elke figuur iets van een eigenschap, of wat je voelt.
- Lees de opmerkingen bij je eigen figuur en vul eventueel aan, wat er nu in je opkomt. Heel interessant hoe de anderen jouw figuur typeren. Fantasie genoeg in de groep!
- Schrijf tien mogelijke verblijfplaatsen van dit figuur op. Kies er een.
- Schrijf vijf minuten ononderbroken zinnen op die met deze figuur te maken hebben. Betrek daarbij de opmerkingen van de anderen en de gekozen verblijfplaats.
- Omcirkel enkele (delen) van zinnen die je bevallen.
- Maak een triolet, een soort dichtvorm afgeleid van een sonnet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten