Parijs zit nog in mijn lijf. Het verkeer, de metro, het frans, de lekkere en dure alcoholvrije cocktails, hangen in parken en op banken, shoppen en shoppen. Hoe snel kun je vergeten? Ik moet er nog steeds aan denken. Mijn verhalen zijn nog niet af, mijn tekeningen moeten nog ingekleurd worden en de foto's zijn nog niet bekeken. Reizen is vermoeiend merk ik nu pas. In de energie van de grote stad kan ik alles aan. Van 's ochtends half 11 tot 's avonds half 12 zijn L. en ik in de weer geweest. Het is warm geweest. Op donderdag was er tijdens ons bezoek aan het Musée d'Orsay een buitje gevallen. De stoeltjes in de Jardin de Tuileries waren ook een beetje nat, maar we hebben voor de tweede keer daar de zon zien ondergaan.
Parijs is echt een wereldstad, zoveel verschillende nationaliteiten zijn er, als toerist en als inwoner. Ik vond het er vredig. Hoopvol voor de toekomst. Ik zie mezelf nog zitten als zestienjarige op de trappen van de Sacre Coeur, met een gitaar, liedjes van Dylan en mijn klasgenoten zingen mee. Vijfendertig jaar later gebeurt weer hetzelfde.
Toch ben ik ook blij om met de honden te wandelen, de vogels te horen fluiten, en naar de sterren te kunnen kijken. Ik ben weer thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten