Eindelijk. Dit doekje is klaar.
Was er vorig jaar mee begonnen. De ondergrond is op een ouderwetse manier gemaakt met dammarhars, lijnolie en een ei. Je maakt een tekening met houtskool, zodat je de vorm er goed in hebt zitten. Om licht en donker goed te kunnen zien maak je een grisaille. Daarbij schilder je het hele werk alleen in wit op een donkere doorschijnende groene laag. De donkerste stukken worden dan een beetje doorschijnend wit en de lichtste stukken (zoals op de wang) bevatten heel veel wit.
De methode helpt je om de laatste stap te nemen, werken met kleur.
Het eigenlijke schilderen kan dan beginnen, gewoon met olieverf en een zelfgemaakt schildermedium, geheel volgens traditionele methoden, geleerd van Leon Janssen.
Alleen de haren zijn iets te rood geworden, en als je goed kijkt kun je in de schaduw de groene ondergrond nog zien doorschijnen.