Als ik van
Venlo naar huis fiets, doe ik dat altijd langs de Maas. Het is een fietsroute
met veel natuur en meestal frisse wind. Ik hou van het water en de weidse
uitzichten. Tussen Tegelen en Belfeld kom je naast prachtig bloeiend onkruid
ook ezels op je pad tegen, die de boel een beetje onderhouden.
En bij de
sluis in Belfeld stop ik altijd even. Ik verbaas me altijd over het geweld van
het water dat door het hoogteverschil omlaag dondert. Ook zijn er veel vogels,
die in het niet-bevaarbare deel voldoende eten vinden. Er zijn diverse ganzen,
meeuwen, eenden, aalscholvers, zwanen, meerkoeten en futen te vinden. Een hoop
herrie meestal, maar erg leuk om naar te kijken.
Zondagavond
heb ik Adam niet meer gezien. Een beetje bezorgd ben ik op maandag toch maar
weer naar het noorden gefietst. Als je kunt wachten, kun je ook tekenen, toch?
Ik ga bovenop de heuvel zitten voor een goed uitzicht op de sluis, waarbij ik
in de achtergrond de twee torens van het klooster Missiehuis St. Michael nog
kan zien. Het waait weer hard.
Het is een
heel gepriegel met mijn vulpen om de sluis op het papier te krijgen. Ik heb
niet in de gaten dat Adam voor me is neergestreken, en schrik als hij me groet.
Ik ben benieuwd naar zijn belevenissen. Hij zegt er niet over, en ik ben niet
de persoon om dat allemaal te willen weten. We zijn even stil en kijken naar
het water. ‘Morgen neem ik je mee naar Roermond. Goed?’ Adam knikt en vliegt
nog even naar de sluis in de hoop een visje te kunnen verschalken. Er zitten
genoeg vissers langs het water, die zitten daar niet voor niets.
Als ik mijn
tekening af heb, fietsen we samen terug. Nee, hij wil niet achterop. Hij vliegt
wel met me mee; inderdaad met wind tegen…
(dit is deel 2 van een verhaal over de mascotte van USK Netherlands Symposium 2019
copyright Adam de rode reiger ligt bij Anne Rose Oosterbaan)